Informatie over onze planten

Planten in een diervriendelijke tuin

Planten zijn een belangrijk onderdeel van jouw diervriendelijke tuin. Vogels, egels, eekhoorns, insecten en andere tuindieren gebruiken je tuin voor:

  • Voedsel
  • Veiligheid
  • Voortplanting

Dit zijn de drie voorwaarden waar een tuin aan moet voldoen. Tuindieren moeten in een tuin voedsel kunnen vinden, zich veilig kunnen voelen en zich kunnen voortplanten. Planten zijn hier een belangrijk onderdeel van. Daarom bieden wij een breed assortiment planten aan op onze webshop.

Direct van eigen veld

De planten die je bij ons op de webshop koopt, worden direct vanaf ons eigen veld naar je toe gestuurd. Zo blijft de kwaliteit van de plant gewaarborgd. Onze plantendeskundigen verzorgen onze planten goed en maken je pakket met zorg klaar voor verzending. De verpakking stemmen we af op de plantsoort. En natuurlijk geven we de planten voor vertrek nog een beetje water, zodat ze de reis met de pakketdienst goed doorkomen.

Ons assortiment bestaat uit de volgende categorieën:

Onderwerpen op deze pagina:

terug naar boven


Direct aan de slag met je aankoop

Geweldig, ik heb mijn nieuwe plant ontvangen! Maar wat moet ik nu als eerste doen?

Controleer de inhoud

Pak de doos uit, ook al ga je niet direct planten. In de doos zit je bestelling en de factuur. Controleer of de inhoud overeenkomt met de factuur. Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact met ons op. Wij zorgen voor een snelle afhandeling.

Het liefst vandaag de tuin in

Het beste is om vandaag nog je nieuwe planten in de tuin te zetten. Kun je niet direct de tuin in om hiermee aan de slag te gaan? Geen probleem, zolang je de levende artikelen goed verzorgt en ze vervolgens zo snel mogelijk in de tuin zet.

   

8 waardevolle bewaartips

  1. Maak de zakjes met planten open en zet ze op een droge, vorstvrije plaats.
  2. Bewaar potplanten in een koele, lichte ruimte. Zet ze niet in de volle zon en geef de planten wat water.
  3. Sommige (fruit)struiken, bomen en coniferen zónder strokluit zijn verpakt in een kunststof zak. Houd de kunststof zak rondom deze houtachtige gewassen gesloten. Zet het geheel weg op een koele, lichte plaats maar vermijd te veel zonlicht. 
  4. Bewaar houtachtige gewassen mét strokluit (struiken en coniferen) eveneens op een koele, lichte plek voordat ze geplant worden. Let op dat ze niet uitdrogen. Geef ze water of dompel ze in een emmer water.
  5. Zet de wortels van rozen en sierstruiken zonder kluit in een strokluit van gemalen roggestro om uitdrogen te voorkomen.
  6. Voor alle planten, struiken en rozen geldt: plant nooit wanneer het vriest! Bewaar ze ook altijd op een vorstvrije plaats.
  7. Bewaar je jouw aankoop langer dan enkele dagen in de buitenlucht? Zorg dan voor extra bescherming voor houtachtige gewassen. Dit kun je het beste doen door ze op te kuilen: graaf een greppel en leg er schuin planken in. Gebruik de opgegraven grond als steun. Giet water over de wortels en maak de greppel dicht. 
  8. Bewaart je jouw aankoop in de schuur of garage? Plaats dan groenblijvende struiken en coniferen op een plek in de schaduw. Laat de wortels ingepakt totdat er daadwerkelijk geplant wordt. Planten zónder kluit of blad kunnen op de grond gelegd worden en worden afgedekt met vochtige doeken of zakken.

terug naar boven


In welke staat ontvang ik mijn plant?

De wortels doen hun werk

De meeste planten die je ontvangt zijn in rust. Dit betekent dat ze niet in bloei staan en er dus niet op hun voordeligst uitzien. De belangrijkste reden om een plant tijdens de rustperiode te versturen is dat ze zo meer kunnen verdragen dan in de groei- en bloeifase. Planten in rust 'slapen' lekker door de verzending en het transport heen. Als het nodig is verlengen we de rustperiode zelfs door de planten langer bij een lagere temperatuur te bewaren. Boven de grond is het dus niet de mooiste aanblik, maar onder de grond doen de wortels wel degelijk hun werk om de komende seizoenen een bloeiende en groeiende plant te worden.

Groene Hedera     Blauwe bes

Het beoordelen van goede kwaliteit

De kwaliteit van de plant hangt af van de wortels. Om de kwaliteit te beoordelen doet je het volgende:

  • Neem de kweekpot in de hand en keer hem om. Tik enkele malen op de bodem om de kluit los te maken.
  • Trek voorzichtig aan de pot zodat de kluit er uitgaat. Als je direct gaat planten hoef je de wortelkluit niet meer terug te doen in de pot.
  • Controleer of de wortels duidelijk herkenbaar aanwezig zijn door de gehele kluit en of ze de kluit goed bij elkaar houden.
  • De plant is sterker naarmate hij meer wortels heeft. Een plant met een goed doorgewortelde potkluit is dus van goede kwaliteit.
  • Let op: er kan vrij veel verschil zitten in de dikte van de wortels. De ene plant heeft dikke wortels terwijl de andere dunne stengeltjes heeft.

Planttip:

  • Wanneer je de plant niet goed uit de pot krijgt, knip de pot dan kapot.
  • Om de hergroei te bevorderen is het van belang dat de wortels goed los zitten. Knijp daarom een paar keer flink in de wortelkluit voordat je hem gaat poten.
  • Druk de grond rondom de plant stevig aan nadat je hem geplant hebt.
  • Geef de plant direct water en blijf dat de eerste tijd herhaaldelijk doen.

terug naar boven


Garantie

Wij leveren alleen 100% kwaliteitsplanten van eigen veld en wij bieden je 100% groeigarantie op al je aankopen. Daarnaast hebben al onze planten 2 maanden groeigarantie. Aangezien je planten in rust toegestuurd krijgt duurt het een aantal weken voordat ze "wakker" worden. Lees meer over onze garantieregeling op de Garantie & Retouren pagina.

terug naar boven


Vaste planten

Vaste planten

Roodborsten, merels, zanglijsters, heggenmussen: ze scharrelen graag in jouw tuin tussen de struiken op zoek naar eten. Vaste planten en onderbeplanting vergroten de mogelijkheden om ongemerkt insectjes weg te pikken.

Een pot zorgt voor een sterke wortelkluit

Hoe beter de wortels van een plant ontwikkeld zijn, des te sneller zal de plant groeien. Een sterke en stevige wortelkluit creëer je door jonge planten in potten op te kweken. Wanneer je jouw aankoop ontvangt, laat dan de pot nog even om de plant heenzitten. Verwijder de pot pas nét voordat je hem plant. Geef hem regelmatig water om hem fris en gezond te houden.

Wanneer geen pot?

Niet alle planten hoeven in een pot gekweekt te worden. Planten met een wortelstok of dikke, vlezige wortels kunnen direct de grond in. Spreid in het plantgat de wortels breed uit, pas wel goed op dat ze niet breken.

Wanneer de grond in?

De planttijd voor een vaste plant is het voorjaar en de herfst. De warme zomermaanden zijn niet geschikt en planten in de winterse vrieskou is absoluut ‘verboden’. Het kweken van planten in potten zorgt ervoor dat de planttijd veel langer is geworden. Voor het beste resultaat is het echter aan te bevelen om vroeg in de lente of laat in de herfst te planten.

De juiste plantafstand

Wat is de juiste plantafstand? Het is moeilijk hier één stelregel voor te geven. Hoe snel een plant groeit hangt namelijk af van het soort grond waarin hij geplant is, maar ook van de standplaats en de ruimte die een plant heeft. Globaal zijn er per m² 11 planten nodig. De onderlinge afstand bij lage plantjes ligt tussen de 20 en 25 cm. Middelhoge plantjes worden op een onderlinge afstand van 35 tot 40 cm geplant. Voor grote planten kan een afstand van 50 tot 75 cm gerekend worden.

Plaatsen van de planten

Begin altijd met planten achterin de border en werk van daaruit naar voren zodat je niet de zojuist geplante gewassen vertrapt. Haal de plant, pas net voordat hij de grond ingaat, voorzichtig uit de pot. Wanneer dit moeilijk gaat kun je de pot openknippen met een schaar. Til de plant met kluit uit de kweekpot. Om de hergroei te bevorderen is het van belang dat de wortels goed los zitten. Knijp daarom een paar keer stevig in de wortelkluit. Nu kun je de plant in het door jou gemaakte plantgat in de grond plaatsen. Druk na het planten de grond rondom de plant stevig aan. Geef, als alle planten geplaatst zijn, voldoende water met de gieter of met een tuinslag met zachte straal. Een harde straal slaat de grond dicht. Zorg ervoor dat de planten de eerste tijd dagelijks water krijgen.

Genieten van bloemenpracht

Bij de meeste vaste planten sterven blad en stengels af in de herfst, maar in de lente komen ze weer tot bloei. Dit geldt voor zowel borderplanten als voor zomerbloeiers. Naarmate vaste planten ouder worden, bloeien ze elk jaar met meer bloemen. Om zolang mogelijk van de bloemenpracht te kunnen genieten, is het van belang om de uitgebloeide bloemen steeds te verwijderen.

Verzorging van jouw plant

Met name hoge planten hebben wat extra aandacht nodig. De rest van de planten hebben aan geringe verzorging al genoeg. Steek bij hoge planten, ter ondersteuning, wat takken tussen de planten in. Deel de planten als ze te groot worden. Dit doe je door de plant voorzichtig uit de grond te halen en met een scherpe spade of mes de kluit in stukken te verdelen. Plant, nadat je de dode wortels en rotte plantendelen heeft verwijderd, de gedeelde kluitstukken los van elkaar in de grond. Je zult zien dat de jonge planten snel weer gaan groeien. Het is aan te bevelen om, zeker in het begin, regelmatig te wieden. Niet alleen de jonge planten groeien namelijk snel, ook het onkruid zal tussen de planten groeien. Na enige tijd krijgt het onkruid bijna geen kans meer om zich te ontwikkelen omdat de planten naar elkaar toe gaan groeien. Het onkruid komt er dan gewoonweg niet meer tussen.

Enkele tips:

  • Planten in het najaar: de voordelen
    Planten in het najaar heeft een aantal voordelen: De planten groeien nog voor de winter vast en van planten die vroeg bloeien kun je in het voorjaar al genieten. Bovendien zijn ze in de daaropvolgende zomer beter bestand tegen periodes van droogte. Het is van belang om de wortelkluit goed vochtig te maken voor het planten.
  • Verbetering grondstructuur
    Elke grondsoort vereist een eigen benadering om de grondstructuur te verbeteren. Zandgrond is los en houdt het water niet goed vast. Door compost door de bovenste grondlaag te mengen komt er meer samenhang in de grond en kan het water beter vastgehouden worden. Kleigrond is juist erg vast. De compost maakt deze grond losser en luchtiger van structuur. Wortels moeten kunnen ademhalen, luchtigheid is dus van groot belang. Om er verzekerd van te zijn dat de wortels voldoende voeding op kunnen nemen, kan er extra koemest door de compost gemengd worden.
  • Harken in het voorjaar
    Laat in het najaar voldoende blad liggen. De bladeren bieden bescherming aan de planten en verteren ter plekke. De beste tijd om de bladeren weg te harken en oude stengels af te snijden is het voorjaar. In het najaar kun je de bladeren naar de composthoop brengen om ze als compost in het voorjaar weer tussen de planten te verspreiden, maar dat is dus dubbel werk.
  • Kijk als eerste naar de grond
    Het eerste waar je naar dient te kijken wanneer je een plant gaat kopen, is de gesteldheid van de grond in je tuin. Bepaal je plantkeuze aan de hand van de in jouw tuin aanwezige grond. Alle planten komen het meest optimaal tot groei en bloei als de grond goed is van structuur. Een goede structuur zorgt ervoor dat de grond vocht kan vasthouden en voldoende lucht bevat. Indien de grond in je tuin geen goede structuur heeft, kun je die natuurlijk wel verbeteren.
  • Verhoog waterhoudend vermogen
    Je kunt op een vrij gemakkelijke manier het waterhoudend vermogen van je tuin verhogen. Dit doe je door de bovenste laag van een dichte zand- of kleigrond te mengen met organisch materiaal. Deze compost kan namelijk negen maal zijn eigen gewicht aan vocht opnemen. Voor veel planten zorgt dat beetje compost voor net voldoende water tijdens korte droogteperioden.

Bekijk hier al onze vaste planten

     

terug naar boven


Fruitplanten

Fruitplanten

Genieten van fruit uit eigen tuin, dat is toch heerlijk. Onze fruitplanten zijn winterhard en je kunt ze het beste planten in het voor- en najaar, ze kunnen dan goed wortelen. Zet ze in je tuin of in een pot op het terras of balkon.

Plant de boom

Haal de fruitboom pas uit de verpakking zodra je daadwerkelijk gaat planten. Doordat de wortels ingepakt zitten in een strokluit, blijven ze lang vochtig. Volg onderstaande stappen, wanneer je jouw boom of struik gaat planten: Plaats de boom of struik, voor het planten, een halve dag met strokluit in het water. Spit een ruim plantgat en maak de zijwanden en de bodem goed los. Verwijder de strokluit die om de wortels heenzit en plaats de boom in het plantgat. Plaats een paal naast de boom waar je hem later aan vast kunt zetten. Vul het plantgat met aarde totdat hij halfvol zit. Trek de boom even schuddend omhoog zodat de oculatie net boven de grond uitsteekt. Vul het gat verder op en stamp de grond rondom de boom goed aan. Geef de boom of struik voldoende water.

Aardbeien

Een makkelijke plant is de aardbeiplant. Ook op minder goede grond gedijen onze Zomerkoninkjes goed en geven ze goede vruchten af. De beste grond om aardbeien op te kweken is echter lichte humusrijke grond. Circa drie jaar achter elkaar kunnen aardbeien van hetzelfde bed worden geteeld, daarna moeten ze worden gerooid. Aan te raden is om dan het aardbeienbed op een andere plek te kweken en nieuwe (virusvrije) planten aan te schaffen. Om al eerder van je verse aardbeien te kunnen genieten geven wij drie mogelijke manieren om de opkomst van de aardbeiplanten te vervroegen: Gebruik tunnelkasjes of een platte bak. Gebruik zwarte plantfolie waardoor de grond eerder opwarmt. Leg in maart en april voor enkele weken gaatjesfolie over de planten. Wilt je jouw vruchten schoonhouden en voorkomen dat er onkruid gaat groeien tussen de planten, dan raden we je aan om stro of plantfolie te gebruiken. Bij deze laatste worden de planten in de gaten geplant.

Appels

Bij appels is er vrijwel altijd kruisbestuiving nodig voor bevruchting. Dit houdt in dat er minstens twee of drie appelbomen in elkaars nabijheid moeten staan. Appels hebben een voedselrijke grond nodig. In het voorjaar kun je kunstmest (mengmest) door de grond mengen. Per m² is 50 gram nodig. In het najaar is stalmest of compost ook een optie. Voor appels is het van belang dat de zuurgraad in de grond niet te hoog is. Om de zuurgraad op peil te houden kun je om het jaar 50 gram kalk per m² over de grond uitstrooien. Bij kleigrond is dit niet nodig.

Om ervoor te zorgen dat er sneller appels aan de boom komen is het goed om de takken uit te buigen. Dit gaat de groei van de takken tegen, maar zorgt wel voor een snellere vruchtdracht. Bij het snoeien is het van belang er op te letten dat er voldoende licht in de kroon komt. Dunningsnoei is hiervoor een goede manier en kan het beste plaatsvinden in december tot maart.

Bosbessen

Terwijl appels niet van zure grond houden, gedijen bosbessen juist erg goed op zure grond met een hoog humusgehalte. Strooi dus wat extra tuinturf in het plantgat. Ook raden we je aan om een flinke laag compost over de wortels te strooien, aangezien deze zich erg oppervlakkig wortelen. Bosbessen vermeerderen zich door kruisbestuiving. Plaats dus altijd twee of drie struiken bij elkaar. Bosbessen hebben weinig voeding nodig. Ze hebben voldoende aan 20 gram mengmest per struik in het voorjaar.

Bramen

De beste manier om bramen te telen is door ze aan draden te hangen. Indien je ze teelt op zware grond, spit de aarde dan eerst goed los. Teel je de bramen op lichte grond, voeg dan flink wat compost aan het plantgat toe. Het snoeien van de braamstruiken gaat als volgt: Snoei de takken weg waar vruchten aan hebben gezeten en die nu bij de grond hangen. Snoei ook de eventuele zijtakjes weg tot één of twee knoppen en zorg dat de maximale taklengte twee meter is.

Druiven

Hoewel de druif meestal als klimplant geteeld wordt, is hij dat eigenlijk niet. Om die reden heeft deze plant dan ook wat extra ondersteuning nodig in de vorm van een rek of een stok. Verder heeft de druif veel kalk nodig. Strooi daarom bij het planten wat kalk op de grond.

Om een grote, sappige druiventros te krijgen is ‘krenten’ noodzakelijk. Dit houdt in dat de tros wordt uitgedund met de kleine vruchtjes om de rest van de tros de ruimte te geven om te groeien. December is de beste tijd om te snoeien. Dek de voet van de plant in de winter af met stalmes of compost en geef hem in maart flink wat water. Op deze manier groeit de druivenplant het beste.

Frambozen

Net als bramen kunt u frambozen het beste kweken aan draden. Deze struik groeit het beste op lichte, doorlatende grond. Elk jaar komen er nieuwe scheuten aan de struik waar het jaar erop vruchten aankomen. De eerste twee jaar hoeft de struik – op dood hout na- niet gesnoeid te worden. In het derde groeijaar echter wel. In dat jaar moet je de struik snoeien tot er vijf mooie, goed vertakte hoofdtakken overblijven. Knip de takken die laat ontspringen of geen mooie vorm of richting hebben weg tot bij de grond en snoei direct na de oogst de vruchtdragende takken eraf. Om een jonge grondscheut ruimte te geven, raden we je aan om elk jaar een oude tak weg te knippen. De beste maand om te snoeien is maart. Maar ook na de oogst is een geschikte periode om te snoeien.

Kersen

Kersen groeien het beste op voedzame, maar niet al te zware en natte grond. Ze hoeven bijna niet gesnoeid te worden. Bemesting is wel nodig. Dit hoeft echter pas als de bomen vruchten gaan dragen. Vanaf dat moment kun je de kersenboom 50 gram mengmest per m² en eventueel 20 gram kalk geven. Op kleigrond hoeft dit echter niet.

Kruisbessen

Kruisbessen zijn makkelijk in onderhoud. Wel is het van belang dat ze in vochthoudende grond staan. Wanneer je een droge tuin hebt, raden we je aan ze extra water te geven met gieter of sproeier.

Peren

Een perenboom heeft dezelfde voeding en verzorging nodig als een appelboom. Ook de kruisbestuiving gaat op dezelfde manier waardoor we je aanraden twee a drie perenbomen bij elkaar te plaatsen. Een perenboom, en met name de hoofdtak, groeit sterk. Als je hem niet snoeit wordt hij hoog en smal. De zijtakken blijven hierbij achter. Om een brede kroon te krijgen dien je de takken uit te buigen. Dat moet de eerste jaren na het planten gebeuren en dan bij voorkeur vóór de bloei in het voorjaar. De verticale scheuten (waterloten) kunnen in de winter worden weggesnoeid.

Pruimen

Vochtige grond, vrij van onkruid. Dat is de grond waar de pruimenboom het beste tot zijn recht komt. Het is dus van belang om gras en onkruid te bestrijden rondom de pruimenboom. De meest geschikte manier hiervoor is door diep te schoffelen. De takken van de pruim moeten, net als bij de appel- en perenboom, uitgebogen worden. Een pruimenboom hoeft nagenoeg niet gesnoeid te worden. Het enige snoeiwerk dat bij de pruimenboom verricht moet worden, is het uitdunnen door het wegknippen van de lange takken. De beste tijd om te snoeien is in de zomer, direct na de pluk.

Bekijk hier al onze fruitplanten

     

terug naar boven


Besdragende struiken

In de winter vormen bessen, door hun hoge vitaminegehalte, een belangrijke voedselbron voor vogels. Maar ook in andere jaargetijden hebben vogels er veel plezier van. Bessenstruiken mogen in geen enkele vogelvriendelijke tuin ontbreken. 

Bessen

Bessen ontstaan na het bevruchten van bloemen. Het verplaatsen van stuifmeel van de meeldraden naar de stampers heet bestuiven. Dit gebeurt in de meeste gevallen door insecten of de wind. Als het stuifmeel van dezelfde plant komt heb je zelfbestuiving of buurbestuiving. Zulke planten zijn eenhuizig. In dat geval kun je voor het verkrijgen van bessen volstaan met 1 plant. Vaak zijn planten zo gebouwd dat zelfbestuiving wordt voorkomen. Ze zijn dan tweehuizig en hebben kruisbestuiving.

In de tuin

Besdragende struiken vragen in verhouding weinig onderhoud en de takken, bloemen, bladeren en vruchten zien er vaak prachtig uit. Ze trekken dieren aan en kunnen soms gebruikt worden als fruit. Ze bieden privacy en in de zomer bieden ze schaduw en verkoeling. In de winter zijn ze beeldbepalend in een verder kale tuin. Afgevallen blad beschermt de border, biedt schuilgelegenheid aan dieren en kan gecomposteerd worden. Veel besheesters dragen niet alleen bessen maar hebben tevens een fraaie bloei en/of mooie herfstkleuren. Ook kunnen ze bladhoudend zijn. Kies, zeker in een kleine tuin, voor soorten waarvan je vaker per jaar plezier hebt.

Vogels

Bloemen en struiken bieden schuil- en nestgelegenheid aan veel dieren. Het meest zichtbaar zijn vogels. Bedragende heesters worden daarom vaak aangeplant om vogels te lokken. Omdat bomen en struiken schuilgelegenheid tegen bijvoorbeeld katten en roofvogels bieden zal een tuin met veel van deze planten het hele jaar vogels huisvesten. In het voorjaar bieden deze planten nestgelegenheid. Als in de nazomer en tijdens de winter voedsel schaars wordt vormen bessen een belangrijke voedselbron. De meest voorkomende besetende vogelsoort is de merel. Daarnaast zijn besdragende struiken aantrekkelijk voor spreeuwen en houtduiven. Rozenbottels trekken groenlingen aan en meidoorns kramsvogels en koperwieken.

Bekijk hier al onze besdragende struiken

     

terug naar boven


Haagplanten

Haagplanten

Planttijd

De beste tijd om een bladverliezende haag te planten is november. De planten kunnen dan al wortelen en aanslaan voordat de winter begint. Zolang het niet vriest kun je de hele winter, tot in april, doorplanten. De beste tijd om groenblijvende hagen te planten is in oktober of april.

En dan planten

Maak 24 uur van te voren de wortels goed nat en zet ze in een emmer water of begiet ze overdadig. Graaf een sleuf die diep en breed genoeg is om de wortels in uit te spreiden. Strooi in de sleuf een mengsel van tuinturf en/of compost. Als de haag in zware kleigrond geplant wordt, voeg dan ook zand toe. Trap de grond waarin de wortels zich bevinden voorzichtig aan, zodat de haag mooi rechtop blijft staan.

Water

Het is belangrijk dat de planten tijdens en vlak na het planten voldoende water krijgen. Dit doe je door het ‘inwateren’ van de haag: zoveel water geven dat de grond volledig verzadigd is. Alle tussenruimten worden gesloten en het water sijpelt door tot onder de wortels. De wortels komen op die manier stevig in contact met de grond. Ook het eerste jaar na het planten geef je regelmatig water. In de jaren daarna hoef je alleen in droge perioden water te geven. Alleenstaande planten hebben doorgaans minder water nodig dan struiken die deel uitmaken van een haag.

Tegengaan verdamping

Struiken die in de winter droogstaan, krijgen in het voorjaar bruine takken. Om dit te voorkomen raden we je het volgende aan: bedek de grond onder de haag met een laag organisch materiaal zoals bladeren, snoeisel van de haag zelf of houtsnippers. Op deze manier wordt onnodige verdamping uit de grond tegengegaan.

Vrije haag of vormhaag

Er zijn twee manieren om een haag te snoeien: als vrije haag of als vormhaag. Wanneer je bijvoorbeeld een grote tuin heeft en ervoor kiest om de haagplanten volledig uit te laten groeien tot een vrije haag, bedenk dan dat de haag op den duur erg breed wordt. Ook bij een vrije haag moeten de struiken elk jaar enigszins gesnoeid worden. Alle te ver uitstekende takken en dode en zieke takken moeten eraf geknipt worden. Een vormhaag vraagt vanzelfsprekend meer onderhoud. Deze moet ieder groeiseizoen een aantal keren worden gesnoeid. Let er hierbij op dat je de haag van boven smaller snoeit dan van onderen. Op deze manier kan er voldoende licht doordringen en blijven de onderste takken ook mooi groen. U begint bij het snoeien aan de zijkanten en werkt vervolgens naar boven.

Snoeitip:

Span, wanneer je gaat snoeien, een touwtje om de juiste hoogte aan te geven.

Bekijk hier al onze haagplanten

     

terug naar boven


Rozen

Rozen verzekeren je van prachtige en vaak heerlijk geurende bloemen in jouw tuin. Rozen zijn langlevende planten waar je jarenlang van kunt genieten. Ze brengen je tuin ieder jaar weer tot leven. Neem de volgende tips in acht om optimaal te genieten van planten zonder pot of wortelkluit.

Plant rozen en sierstruiken zonder kluit

Verwijder na ontvangst direct de plastic verpakking. Deze is tijdens transport prima, maar moet niet te lang om de plant blijven zitten. Zet de planten met de wortels een dag in een emmer water en plant ze daarna uit. Je kunt ze ook tijdelijk ergens in de grond zetten, het gaat erom dat ze niet uitdrogen. Dit laatste kun je het beste doen als het nog even duurt voordat ze op de definitieve plaats gezet kunnen worden. De planten zonder kluit kun je het hele jaar door planten als het tenminste niet vriest of de temperatuur niet boven de 30 graden is.

  • Plant de planten in een ruim gat, vermeng de grond bij voorkeur met mest. Maak de grond indien nodig vochtig.
  • Op de wortelhals zie je een kleurverschil, hieraan kun je zien tot hoever de plant in de grond heeft gestaan tijdens de kweek. Plant hem weer op hetzelfde niveau in de grond.
  • Houd na het planten de grond vochtig, zodat de planten niet uitdrogen.

Bekijk hier al onze rozen

     

terug naar boven